Geschiedenis fornuis

 

±1800

-Uitvinding fornuis (voorheen open vuur onder een schouw).

-Hoger rendement door gecontroleerde verbranding via luchtschuiven.

-Middels kachelpijp geen roet en brandlucht meer.

-Gemaakt van (giet)ijzer en soms bekleed met stenen of tegels voor 

 een betere warmteafgifte.

 

±1840

-Fornuis wijd verbreid.

-Koken met diepe zakpannen.

-Openingen met ringen die aangepast konden worden aan de pangrootte.

 

±1900

-Koken op gas in steden.

±1900

-Elektrisch koken. 

 

Kinderfornuisjes

Vanaf rond 1850 komen de fornuisjes voor kinderen uit welvarende gezinnen. Het waren miniaturen van de fornuizen van hun moeders. Het centrum van de wereld op het gebied van de fabricage van blikken speelgoed was Nürnberg en omgeving. In hun enorme aanbod kwamen o.a. kinderfornuisjes voor die door sommige grote firma’s naar alle werelddelen werden geëxporteerd. Dat wil niet zeggen dat Duitsland het enige land was waar kinderfornuisjes werden gemaakt.
Ook in Engeland en in Frankrijk en in de V.S. werden kinderfornuisjes gemaakt en waarschijnlijk nog in meer landen. De Amerikanen produceerden alleen voor de eigen markt, zodat in Europa verreweg de meeste fornuisjes  van Duitse makelij waren. Voor de meisjes van de gegoede burgerij was een kinderfornuisje het ultieme kerstgeschenk bij uitstek. Tijdens de kerstvakantie mocht met deze fornuisjes worden gespeeld. Daarna gingen ze weer de doos in en de zolder op. Sommige kinderen mochten er tot eind januari mee spelen Dit verklaart ten dele waarom er relatief veel fornuisjes in goede en (vrijwel) complete staat bewaard zijn gebleven. Het speelgoed voor jonge meisjes was eigenlijk geen speelgoed maar lesmateriaal om het zelfstandig denken en doen in huishoudelijk opzicht te onderrichten.
Jonge meisjes mochten  enkele jaren met zand, gras, madeliefjes en steentjes naar eigen  fantasie poppenmaaltijden bereiden. Werden ze wat ouder dan moest de creativiteit plaats maken voor strikte voorschriften: handen wassen, schort aandoen en heel erg precies het huishouden nabootsen. In de kinderkookboeken voor de poppenkeuken werd dat allemaal beschreven.                          
Initiatief werd niet gevraagd, integendeel, het aanleren van kennis en vaardigheden over het huishouden stond op het program en wel zo dat een jong meisje bij ziekte of afwezigheid van moeder als redder in nood kon fungeren. Om die reden kon op de kinderfornuisjes echt worden gekookt met behulp van spiritusbranders die niet alleen het water van de waterketel aan de kook brachten, maar ook de koekenpan, de pannen en de oven verhitten en het waterschip verwarmde.
 
Rond 1850:
Verschijnen de eerste speelgoedcatalogi.
Heel oude poppenhuizen hebben enkele bijzondere kenmerken:
-Handwerk: Te zien aan eenvoudige constructie en scherpe randen.
                   Ingeperste patronen komen niet voor.   
-De pootjes zijn kogelvormig of van een andere simpele vorm. 
-Deels hebben de fornuizen helemaal geen poten. 
-De kachelpijp heeft geen kap maar een zogenaamd blikken oog of een      kleine afsluiting.
-De pannendeksels zijn hoog en trapvormig gebouwd.
 
Jongere fornuisjes werden rijker uitgevoerd met weelderige ingedrukte reliëfs. Leeuwenpoten zijn een aanwijzing voor vervaardiging na 1870.
 
Eind 1800: Eerste elektrische fornuis.                            
Vanaf 1900:  
-Poten met een meer rechte vorm komen in de plaats van de leeuwenpoten.  Zeer groot aanbod, veel fabrikanten.                      
1902: Märklin komt met een gasfornuisje.
Eind 1920:  
-Komen witte en crèmekleurige fornuisjes met vlakkere of rechte poten in    de   mode. 
Vanaf 1920:
-Elektrische fornuizen worden populair. 
                 
Meestal zijn fornuisjes niet voorzien van de naam, initialen of logo van de fabrikant.Het herkennen van de fabrikant is dan ook lang niet altijd mogelijk. Dit wordt nog bemoeilijkt door het feit dat fornuisjes van verschillende fabrikanten soms veel op elkaar lijken. Het is ook niet ongebruikelijk dat een fornuisje van fabrikant A voorzien werd van potjes en pannetjes van fabrikant B.                                  
Fabrikanten: o.a.Märklin- Bing- Gustav Fischer- F&R Fischer- Prager- Kreher- Dieterich-Planc en Kohnstam.